top of page

Problemen met Kunstgebit

Veel voorkomende problemen bij een kunstgebit

Het kunstgebit zit te los.

Als u een kunstgebit krijgt, worden uw eigen tanden en kiezen, voor zover die nog aanwezig waren, getrokken. Nu de wortels van het gebit verdwenen zijn, heeft het kaakbot niets meer vast te houden. Daardoor wordt het steeds dunner. Door de jaren heen slinkt het kaakbot steeds meer waardoor het kunstgebit niet of minder goed past.

 

Wat te doen aan een loszittend kunstgebit?

Als u merkt dat uw kunstgebit niet meer zo stevig zit, zijn er een paar oplossingen:​

  • Het kunstgebit rebasen. De tandtechnicus kan het kunstgebit herstellen door middel van een rebasing. De prothese wordt dan aan de binnenkant voorzien van een nieuwe laag, waardoor het beter aansluit op de kaak. Dit kan vaak langere tijd helpen.

  • Geheel nieuw kunstgebit. Als het kunstgebit echt niet meer past en ook een rebasing niet helpt, dan moet er een nieuwe prothese worden gemaakt. De basisverzekering vergoedt een nieuwe kunstgebit echter maar eens in de 5 jaar tijd. Check met uw zorgverzekeraar of u in aanmerking komt voor een geheel nieuw kunstgebit.

Slecht kunnen eten met kunstgebit

Slecht kunnen eten behoort tot de meest voorkomende kunstgebit problemen. Vooral in de wen-fase kan eten behoorlijk lastig zijn. U moet leren bijten, kauwen en slikken met een mond vol kunsttanden. Daarbij drukt de prothese op het tandvlees en dat kan vervelend voelen. Krijgt u moeite met eten als u het kunstgebit al een poosje heeft? Dan kan het zijn dat de prothese niet meer zo goed past. Hierdoor schiet het gebit sneller los tijdens het kauwen, of er komen voedselresten onder de prothese.

Wat te doen bij eetproblemen met een kunstgebit?

Kunt u slecht eten met het kunstgebit, dan kan het volgende helpen:

  • Oefenen. Heeft u nog maar pas een kunstgebit, dan is het vaak een kwestie van oefenen. Probeer eerst vooral zachte dingen te eten en begin met kleine porties. Snijdt het voedsel in kleine stukjes zodat u niets hoeft af te bijten.

  • Laat het kunstgebit aanpassen. Kon u eerst wel goed eten met het kunstgebit, maar krijgt u ineens problemen? Dan is de kans groot dat uw kunstgebit niet goed meer past. De tandtechnicus kan het gebit aanpassen door middel van een rebasing zodat het beter blijft zitten tijdens het eten.

Pijn in de mond door het kunstgebit.

Na het aanmeten van het eerste kunstgebit, kunt u aardig wat last hebben van pijn. Dat komt niet alleen door het trekken van de tanden en kiezen, maar ook omdat uw mond moet wennen aan de prothese. Vooral de eerste periode kunt u last hebben van pijnklachten, bijvoorbeeld door een snijdend randje of een drukkend gevoel op het tandvlees. Maar ook bij een kunstgebit dat al wat langer in de mond zit, kunt u ineens weer last krijgen van pijn. In dat geval gaat het meestal om een kunstgebit dat niet meer optimaal past. Hierdoor kan de prothese gaan knellen of schuiven, wat het tandvlees flink kan irriteren. Hierdoor kunt u misschien ook moeilijker eten of praten met een kunstgebit.

Wat te doen bij pijn in de mond door het kunstgebit?

Bij pijn in de mond door het kunstgebit, kunnen de volgende oplossingen helpen:

  • Pijnstillers. Heeft u last van pijn bij het wennen aan uw nieuwe kunstgebit, dan kunnen paracetamol of ontstekingsremmende pijnstillers  goed helpen. Werkt dit niet voldoende, overleg dan met de tandarts.

  • Kunstgebit laten aanpassen. Blijven de pijnklachten aanhouden, of gaat het om pijnklachten die na verloop van tijd ontstaan, ga dan even langs de tandtechnicus. Deze kan het kunstgebit bijslijpen zodat het niet langer knelt of snijdt.

Slechte adem door kunstgebit.

Een slechte adem door een kunstgebit wordt vaak veroorzaakt door een slechte hygiëne. Vooral voedselresten die onder de prothese blijven zitten, kunnen een vervelende geur veroorzaken. Daarnaast kunt u van een kunstgebit soms een droge mond krijgen. Ook dat kan leiden tot een slechte adem.

 

Wat te doen bij een slechte adem door het kunstgebit?

Een stinkende adem is grotendeels te voorkomen met de volgende tips:

  • Houd het kunstgebit en uw mondholte goed schoon. Reinig het kunstgebit dagelijks met een goede borstel en een zacht reinigingsmiddel. Uw tandvlees en tong kunt u bijvoorbeeld poetsen met een zachte tandenborstel. Poets ook de achterkant van uw tong of gebruik een tongschraper. Heeft u een klikgebit? Poets dan extra goed rond de implantaten.

  • Spoel uw mond en kunstgebit na iedere maaltijd. Zo blijven er minder voedselresten achter.

  • Verwijder aanslag van het kunstgebit. Leg uw prothese bijvoorbeeld eenmaal per week in een badje met een speciaal reinigingsmiddel dat afrekent met hardnekkige tandsteenaanslag, vlekken en bacteriën.

  • Drink voldoende. Water hydrateert de slijmvliezen zodat u minder snel last krijgt van een droge mond.

bottom of page